Van nature ben ik een avondmens. Als ik ‘s avonds aan mijn studie zit, ben ik op dreef, gefocust en stop ik pas wanneer ik alles heb gedaan wat ik wilde doen. In combinatie met een bijbaan waarbij ik om half 9 begin, zorgt dit voor een interessant slaapritme. Recent onderzoek van de Universiteit Leiden heeft aangetoond dat avondmensen het gevoeligst zijn voor slechte slaapritmes, waardoor ze meer moeite hebben met studeren. Nu ervaar ik dit niet, maar ik ben wel benieuwd wat een beter slaapritme voor mij zou kunnen betekenen. Ik besluit om de uitdaging met mezelf aan te gaan: een week lang een vast slaapritme aanhouden met 8 uur slaap per nacht.
Vol goede moed neem ik mij voor om 23:00 naar bed te gaan op dag 1. Al gauw kom ik erachter dat het een uitdaging is om deze gestelde tijd te halen. Normaal is mijn instelling om te gaan slapen wanneer iets af is, maar dit vergt enige planning met het nieuwe slaapritme. Met een kwartier vertraging stap ik in bed en zet ik mijn wekker. Om 7:00 ga ik opstaan. Waarschijnlijk zal 8 uur slaap wel lang voelen, omdat ik de afgelopen week niet veel heb geslapen.
De wekker gaat. Ik bedenk mij dat het zaterdag is en verklaar mezelf stiekem voor gek dat ik mijn wekker zo vroeg heb laten afgaan. Kort daarna sta ik op en begin ik rustig aan mijn ontbijt. Het voordeel van vroeg opstaan doet zich al snel voor. Ik doe mijn laptop aan om aan mijn scriptie te werken, op een bijzonder vroeg tijdstip voor de zaterdag. Die avond is 23:00 halen niet bepaald gelukt, maar dat zie ik door mijn vingers. Het was immers weekend. Toch zet ik de wekker weer zodat ik om 7:00 uit mijn bed stap. Het geeft me een goed gevoel dat ik nu al weet dat ik me morgenochtend weer nuttig kan maken.
Deze ochtend heb ik meer moeite met opstaan. Toch kwam de vroege wekker in het weekend niet als een verrassing. ‘S ochtends ga ik weer vroeg aan mijn scriptie werken. Ik merk dat het mij voldoening geeft als ik vroeg begin. Die avond ga ik iets later dan gepland naar bed, omdat ik iets af moet hebben voor de volgende dag. Het plannen om tijdig te gaan slapen moet ik toch echt beter onder de knie krijgen.
De volgende dagen probeer ik me te blijven houden aan het ritme. De slaaptijden verschuiven enigszins, maar mijn ritme wordt wel regelmatiger. Ik sta eerder op dan normaal. Ik hoef niet meer te haasten ‘s ochtends. Bovendien word ik wakker voordat de wekker gaat. Blijkbaar heb ik dan genoeg geslapen en word ik niet meer ruw verstoord in mijn slaap door een vervelende wekker. ‘S avonds blijft het lastig om op een vooraf gestelde tijd te gaan slapen. Wel werk ik overdag meer gefocust, omdat ik weet dat ik mijn werk tijdig af wil hebben.
Kortom, ik heb gemerkt dat een vast slaapritme ervoor zorgt dat je uitgeruster wakker wordt. Het geeft voldoening om al productief te zijn bij het ochtendgloren. Bovendien hield ik overdag in mijn achterhoofd dat mijn werk op tijd af moest zijn, waardoor ik eerder op dreef was dan normaal. Het is wel lastig om mijn instelling aan te passen: in plaats van te gaan slapen wanneer alles af is, zorg ik er nu voor dat ik eerder begin met studeren zodat ik op een redelijke tijd kan gaan slapen. Dit vergt nog enige oefening, maar het slaapritme went wel. In een week tijd kan je dus voor zowel fysieke als mentale voordelen ondervinden van een vast(er) slaapritme. Toch blijf ik een avondmens, maar een slaapritme valt snel aan te leren. Mijn intentie is om dit vast te blijven houden. Wil je dit ook eens ervaren, probeer het dan gewoon uit. Ontdek wat het voor jou kan betekenen!
Bron: NOS